Handelingsprotocol Ethisch Sporten
Fase 1 ‐ Melding, onthulling, vaststelling
Wie ontvangt de melding binnen Danzateljee vzw ?
Aanspreekpunt integriteit (API):
- Nicky Vernieuwe – nicky@danzateljee.com - 0477/805354
De melder mag ook altijd per mail een chatsessie aanvragen, communiceren via chat is vaak drempelverlagend.
De API brengt de feiten in kaart:
- Wie zijn de betrokkenen: mogelijke slachtoffer(s), mogelijke pleger(s), mogelijke andere betrokkenen?
- Wat is bekend over de feiten? Wat is nog niet bekend? Wat is nog niet duidelijk?
- Wat zijn de bronnen: hoe zijn we de feiten te weten gekomen, waarop is het vermoeden gebaseerd?
- Wat is concreet gezien en/of gehoord?
- Welke feiten heeft men en welke gegevens ontbreken of moeten worden geverifieerd ?
De API heeft geen beroepsgeheim, wel discretieplicht. Discretie betekend niet dat zaken geheim worden gehouden, wel dat de API voorzichtig is met de informatie waarover zij beschikt en dat ze goed overweegt aan wie ze deze informatie meedeelt. Indien het gaat over strafbare feiten, moet zij dit melden aan hulpverlening of bij de politie. Zo niet spreken we van schuldig verzuim. Wanneer de situatie een acuut gevaar betreft (vb een verkrachting die net heeft plaatsgevonden) of situaties die bedreigend blijven, verwijs je onmiddellijk door naar de hulpverlening, naar de politie (101) of naar medische bijstand voor het slachtoffer (112).
Fase 2 ‐ Inschatten van de ernst v/d situatie & advies
- De API maakt een inschatting van de ernst van de feiten. Dit doet zij op basis van het vlaggensysteem.
Bij het inschatten van seksueel gedrag baseert het Vlaggensysteem zich op een aantal fundamentele criteria of maatschappelijke waarden, die ook onderliggend zijn aan de rechten, wetten, 3 maatschappelijke conventies e.d., en als uitgangspunt nemen dat het gedrag geen schade mag berokkenen, noch aan de persoon zelf, noch aan andere betrokkenen. Er wordt hierbij steeds vertrokken van diegene die verantwoordelijk is voor het gedrag. Op basis van zes criteria wordt aan het gedrag (of de gevoelens en gedachten) een vlag toegekend. Als alle criteria oké zijn (alleen dan) krijgt het gedrag een groene vlag. Afhankelijk van het aantal criteria dat niet oké is en de ernst van de overschrijding krijgt het gedrag een gele, rode of zwarte vlag toegekend.
GROEN | GEEL | ROOD | ZWART | |
---|---|---|---|---|
wederzijdse toestemming | een duidelijke wederzijdse toestemming | geen duidelijke wederzijdse toestemming | geen duidelijke toestemming van beide partijen | duidelijk géén toestemming van één van beide partijen |
vrijwilligheid | geen druk of dwang en helemaal uit vrije wil | lichte druk of dwang | gebruik van manipulatie, macht of chantage | handelingen wordt gedwongen door agressie, dwang of dreigementen |
gelijkwaardigheid | beide partijen zijn gelijkwaardig | er is een lichte ongelijkwaardigheid | er is een grote ongelijkwaardigheid | er is een hele grote ongelijkwaardigheid |
ontwikkeling | gedrag dat volgens de normen en past bij de leeftijd en ontwikkeling | persoon toont gedrag van iets jongere of iets oudere personen | persoon vertoont gedrag van veel jongere of veel oudere personen | persoon vertoont gedrag dat totaal niet overeenkomt met wat op die leeftijd gebruikelijk is |
context | het gedrag stoort niemand en de privacy wordt gerespecteerd | het gedrag is (gezien de context) ongepast en/of onbeleefd | het gedrag is beledigend en zelfs kwetsend voor anderen | het gedrag is zwaar aanstoot-gevend en is choquerend |
zelfrespect | er is respect voor de persoonlijke integriteit | het gedrag kan zelfbeschadigend zijn | het gedrag kan fysieke, emotionele of psychologische schade veroorzaken | het gedrag heeft zware fysieke, emotionele en/of psychologische schade als gevolg |
Wanneer het duidelijk een groene of gele vlag betreft (geen of licht grensoverschrijdend gedrag) is overleg niet nodig. Bij ernstiger feiten wordt intern overleg ingepland met indien nodig extern advies.
A/ Intern overleg :
Bij een rode of zwarte vlag wordt de ethische commissie samengeroepen voor een inschattingsgesprek. Zij gaan de ernst van de feite beoordelen aan de hand van:
- het vlaggensysteem
- wettelijke bepalingen
- de gedragscodes van Danzateljee vzw
B/ Extern advies:
Zij kunnen advies aanvragen hij externe hulpvereniging:
- 1712 ‐ Een initiatief van de Vlaamse Overheid
- Vertrouwenscentra Kindermishandeling (extern advies wanneer het minderjarigen betreft)
- Centrum Algemeen Welzijnswerk (CAW) (extern advies rond volwassenen)
- ICES – Centrum Ethiek in de Sport
Fase 3 ‐ (Meehelpen) Uitvoeren van het advies
In functie van de beoordeling van de ernst van de situatie en rekening houdend met het externe advies, kan de ethische commissie beslissen dat een vermoeden, onthulling of vaststelling:
- intern verder wordt afgehandeld en/of;
- een tuchtprocedure te starten en/of;
- gemeld wordt binnen de hulpverlening en/of;
- gemeld wordt bij politie of justitie.
Indien het gaat over eerder lichte feiten (groene/gele vlag) zal vaak een interne opvolging volstaan. Bij rode en zwarte vlag kan men zich voor de interne opvolging ook baseren op de reactiewijzen per vlag, en doorverwijzen naar hulpverlening en/of politie/justitie en/of tuchtrecht van de federatie.
A/ Interne opvolging
Tenzij het over een situatie gaat die zich buiten de sportcontext afspeelt, zal een interne opvolging sowieso nodig zijn. Men moet het misbruik een halt toe roepen, optreden ten aanzien van de pleger en het slachtoffer omkaderen. Ook de andere jonge sporters en begeleiders, net als de organisatie op zich, zullen misschien ondersteuning nodig hebben.
- Bij groene en gele vlag zal de ethische commissie adviseren hoe er pedagogisch kan gereageerd worden t.a.v. alle betrokkenen. Ook inzetten op het verduidelijken of herformuleren van afspraken, en/of coaching van de club hierbij, is een mogelijke actie.
- Bij rode en zwarte vlag kan het van belang zijn om na te gaan hoe de veiligheid van betrokkenen kan worden verbeterd en hoe toezicht kan worden geoptimaliseerd.
- Vaak moet er ook aandacht gegeven worden aan de opvang en nazorg van en voor alle betrokkenen in een incident. En in sommige gevallen kan het nodig zijn naar herstel te
werken.
B/ Tuchtprocedure
Bij rode en zwarte vlag is het nodig na te denken over de toepassing van sancties of tuchtmaatregelen zoals die in onze reglementen zijn opgenomen. Mogelijke tuchtmaatregelen zijn:
- Een berisping, verwittiging, vermaning of waarschuwing
- Het verbod om deel te nemen aan één of meer activiteiten
- Het verbod om rechten uit te oefenen
- Het verbod om functies uit te oefenen
- Schorsing voor bepaalde duur
- Uitsluiting
Het opleggen en opvolgen van tuchtmaatregelen is de verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan , die hiervoor beroep kan doen op een tuchtcommissie, en kan terugvallen op een tucht-procedure (tuchtreglement).
C/ Doorverwijzen naar hulpverlening en bemiddeling
Bij rode en zwarte vlag kan een doorverwijzing naar de hulpverlening of professionele bemiddeling nodig zijn. Deze gegevens kan je achteraan terugvinden in de wegwijzer.
D/ Melding bij politie en justitie
Een geval van ernstig misbruik kan worden aangegeven bij de politie of rechtstreeks bij het Parket. Het is belangrijk zich goed te informeren over de mogelijkheden, het verloop en de gevolgen van een gerechtelijke procedure. Gaat het slachtoffer bijvoorbeeld akkoord met een melding bij politie of justitie? Ook na een melding bij politie of justitie is een interne opvolging van de situatie nodig. Wellicht moet ook hulpverlening ingeschakeld worden, moet er verder gecommuniceerd worden met de betrokkenen, de andere jonge sporters en begeleiders, de familie.
Fase 4 ‐ Nazorg en evaluatie
In de nasleep van een incident is het belangrijk een evaluatie te maken van de procedure die gevolgd werd. Enkele mogelijke beschouwingen zijn: welke stappen werden gevolgd in de aanpak van het gebeuren, hadden bepaalde stappen beter kunnen worden ondernomen, hoe wordt de actuele situatie geëvalueerd, wat kan worden geleerd van het incident dat zich heeft voorgedaan, moet de gebruikte procedure worden aangepast, kunnen we deze situatie in de toekomst voorkomen? Dit opvolgingsmoment wordt bij voorkeur een aantal maanden later herhaald. Op dat moment wordt namelijk duidelijk of er nood is aan verder herstel binnen de sportclub. Zijn er nog verbeteringen aan de procedure nodig? Heerst er nog steeds een spanning of taboe omtrent bepaalde onderwerpen? Is er een gevoel van veiligheid en welzijn? Willen we bepaalde mensen bedanken die ons hebben ondersteund? Door de ondernomen stappen grondig te evalueren kan het handelingsprotocol niet alleen een houvast zijn om met een incident om te gaan, maar ook een aanzet zijn om preventieve maatregelen te nemen die incidenten helpen voorkomen.
Wegwijzer
Deze wegwijzer bevat basisinformatie over de externe instanties die aanspreekbaar en/of ondersteunend zijn binnen ethiek. Het is essentieel te weten op welke externe instanties je een beroep kan doen voor vorming, antwoorden en advies en bij welke instanties je terecht kan voor een melding van seksueel grensoverschrijdend gedrag.
- Dringende hulp: bij een levensbedreigende situatie: bel de politie op het nummer 101. Heb je dringend medische hulp nodig, bel dan onmiddellijk het alarmnummer 112.
- Vertrouwenscentrum Kindermishandeling (VK): is het aanspreekpunt voor alle mogelijke situaties van geweld op kinderen
- Centrum voor Algemeen Welzijnswerk (CAW): Wanneer de betrokkenen bij een situatie van seksueel grensoverschrijdend gedrag of seksueel misbruik volwassenen zijn, kan men zich voor advies of hulp richten tot een Centrum voor Algemeen Welzijnswerk.
- Jongerenadviescentrum (JAC): Wanneer de betrokkenen bij een situatie van seksueel grensoverschrijdend gedrag of seksueel misbruik jongeren zijn, kan men zich voor advies of hulp richten tot een jongerenadviescentrum
- Hulplijn 1712: is voor de burger de hulplijn bij uitstek voor alle vormen van geweld, misbruik en kindermishandeling. De hulplijn wordt mogelijk gemaakt via de diensten van CAW en VK (zie hierboven).
- Zorgcentrum na seksueel geweld: Hulpcentra voor slachtoffers van seksueel geweld. In de centra werken hulpverleners samen met politie en justitie. Zo kunnen slachtoffers op één plaats aangifte doen en de nodige medische, psychosociale en gerechtelijke bijstand krijgen.
- Centrum Ethiek in de Sport vzw (ICES): is een door de Vlaamse minister van Sport erkende organisatie voor beleidsondersteuning en praktijkontwikkeling op het gebied van ethisch sporten. ICES informeert, stimuleert en ondersteunt de Vlaamse sportsector om actief te investeren in ethische thema’s die belangrijk zijn bij een kwaliteitsvolle sportbeoefening.
- Sensoa: ondersteunt organisaties bij seksuele en relationele vorming van kinderen en jongeren met websites, brochures, educatief materiaal en vorming.
- Child Focus: is de Stichting voor vermiste en seksueel uitgebuite kinderen.
- Justitiehuis : Als je te maken krijgt met een gerechtelijke procedure en je bent op zoek naar informatie of advies, dan kan je bij een Justitiehuis terecht voor juridische eerstelijnshulp.
- Politie: Een aangifte van een geval van seksueel grensoverschrijdend gedrag of seksueel misbruik, of het indienen van een klacht (i.e. aangifte door het slachtoffer) kan bij de lokale politie.
- Stop it Now!: biedt ondersteuning aan mensen met pedofiele gevoelens en hun naasten. Stop it Now! biedt een luisterend oor, informatie, advies en ondersteuning aan personen die zich zorgen maken over hun gevoelens of gedrag naar minderjarigen, alsook aan hun naasten.
- Universitair Forensisch Centrum: doet dienst als steuncentrum in het kader van het samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat en de Vlaamse gemeenschap inzake de begeleiding en behandeling van plegers van seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel misbruik.
- Slachtoffer/daderbemiddeling: Wie betrokken is bij een strafrechtelijk dossier kan herstelbemiddeling vragen. Bij herstelbemiddeling gaan slachtoffer en dader, rechtstreeks of onrechtstreeks, met de hulp van een neutrale persoon het gesprek aan over de feiten, de achtergronden, de betekenis en de gevolgen van een misdrijf.